Door Koen Knape
Ergens uit de Stille Oceaan kwam een vreemd geluid: het leek op dat van een tuba. Het werd als eerst in 1992 opgepikt door de Amerikaanse Marine en een groep onderzoekers en werd verder onderzocht. Daaruit bleek dat het geen tuba was, maar een walvis.
De frequentie die uit de meetapparatuur rolde was echter 52 Hertz; iets wat uniek is voor walvissen – en niet zo erg voor tuba’s – omdat walvissen normaalgesproken alleen met elkaar communiceren met frequenties tussen de 10 en 40 Hertz en tuba’s niet.
Met deze toonhoogte als anomalie is het hoogstwaarschijnlijk dat de walvis niet goed met zijn soortgenoten kan converseren, terwijl juist mogelijkheid hiertoe de basis legt voor samenleven. Met deze basis weggenomen, ligt eenzaamheid op de loer. En inderdaad; Whale 52, zoals hij wordt genoemd, is tot nu toe inderdaad alleen eenzaam en alleen waargenomen.
Enkele mensen hebben hem gehoord. Meer mensen hebben over hem gehoord. En met wat die laatste groep over hem heeft gehoord, heeft de walvis aanleiding gegeven tot het ontstaan van een antropologisch interessant fenomeen. Via internet, sociale media en briefpost krijgt het dier aandacht van veel mensen van over de wereld. Mensen met liefdesverdriet, doven, alleenstaanden. Walvis 52 dient voor hen als beeld van herkenning, als een uitzonderlijk geschikt medium voor het toekennen van gevoelens van disconnectie.
Walvis 52 is zo in mijn ogen een vrij kunstzinnige bron geworden, (waarschijnlijk) zonder dat hij dat zelf weet. Een verhaal dat spreekt tot de verbeelding; een walvis, losstaand en zwevend in een bijna oneindig grote oceaan.
Als ik luister naar het geluid van walvissen en denk aan Walvis 52, spreekt ook de klank alleen al tot de verbeelding. Het doet denken aan hoe de ruimte zou klinken als de ruimte zou klinken. Het is diep, laag, lang, imposant en mooi. Het is een geluid dat ver kan dragen, zover als 700 mijl. En mooier nog, het geluid van walvissen draagt zelfs tot ver in de ruimte: Carl Sagan, een bekende astronoom, beschouwde hun geluid als zó mooi en iconisch voor Aarde, dat hij er opnames van nam en deze zette op de Voyager Golden Record. Dit zijn opnames van de meest iconische en kenmerkende geluiden van Aarde, bedoeld om eventueel buitenaards leven bekend te maken met het Aardse leven. En deze opnames gaf hij mee aan de ruimtesondes Voyager I en II: twee ruimtesondes, losstaand en zwevend in een oneindig grote ruimte.