Ik heb wel eens gehoord dat je een taal pas echt goed spreekt als mensen je er niet meer op becomplimenteren. Na een college hier kwam ik onderweg naar de metrohalte op (onder?) Náměstí Republiky Nederlandse toeristen tegen. De moeder-dochtercombinatie was aan het overleggen hoe ze naar het winkelcentrum Palladium moesten lopen, maar besloten toch dat het beter zou zijn het een voorbijganger te vragen.
„Excuse me, do you know where the Palladium is?”
Werd me gevraagd.
„Jazeker, ik loop net die kant op.”
Antwoordde ik.
In het gesprekje dat onderweg naar het winkelcentrum volgde kwam naar boven dat ik in Praag woonde, waarop de vrouw zo vriendelijk was me te vertellen dat ik echt al wel goed Nederlands sprak. In mijn beste Nederlands bedankte ik haar, maar gelukkig was aan het gezamenlijke deel van onze route een einde gekomen. Of ik hier een of ander raar accent heb opgelopen hoor ik graag van jullie.
In het buitenland studeren verschilt echt niet zo veel van in Nederland studeren. Nu zie ik onze docenten ons tijdens het laatste college nog niet zeggen dat als we de studiepunten écht nodig hebben we hun kunnen mailen om een tentamen in te plannen, om vervolgens het tentamen in een mondeling te veranderen en het in een kroegje af te nemen. Of dat je cijfer voor een vak volledig bestaat uit participatie en aanwezigheid. En gelukkig hoeven wij ons ook niet elke week haastig te bedenken wat we het afgelopen weekend gedaan hebben tijdens de vertelkring bij de taalcursus.
Verder mis ik bij nader inzien toch ook wel reistips van de universiteit voor culturele uitjes of gewoon leuke plaatsjes om met de trein te bezoeken waar je anders niet eens over had nagedacht. Maar het angstvallig kort voor een deadline beginnen aan je huiswerkopdracht, het bepalen of het extra halve uurtje slaap of je ontbijt je meer waard is nadat je toch later in je bed belandde dan je van te voren misschien hoopte, maar ook zeker het afspreken voor een koffie of misschien zelfs wel een pilsje in het nieuw ontdekte of juist vaak bezochte tentje zijn dingen die ook in het buitenland gebeuren.
Waar ik denk dat het verschil hem in zit, is dat je tijdens je Erasmus een duidelijke deadline hebt. Na het semester kan je niet meer naar het dorpje waar de Tripadvisor-app je al weken meldingen over geeft. Als je na je semester een top-10-dingen-te-doen-in-[stad] lijstje met bizar veel items die je nog niet gedaan hebt tegenkomt heb je pech. De druk om nieuwe dingen te ontdekken is dus veel hoger en misschien is dat wel wat een uitwisseling zo leuk maakt. Misschien is het een idee om in Nederland ook een deadline te zetten waarvoor je zoveel mogelijk nieuwe dingen ontdekt. Nu maar hopen dat ik dáár niet angstvallig kort van tevoren aan begin.